Bolivia, we can’t forget you! - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Nicolas (Nic) Takken - WaarBenJij.nu Bolivia, we can’t forget you! - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Nicolas (Nic) Takken - WaarBenJij.nu

Bolivia, we can’t forget you!

Blijf op de hoogte en volg Nicolas (Nic)

05 November 2013 | Bolivia, La Paz

Hehe.. Wij zijn weer present. Eindelijk ervaart Anne nu ook hoe lastig het is om iedereen up-to-date te houden. Er is zo weinig tijd. Elke dag opstap, zoveel mogelijk doen en zien en jezelf bijna geen rust gunnen. Als je er dan toch bent, ja waarom niet dit of dat doen en ohja.. dit moeten we ook even bezoeken. Als je dan eindelijk een rustdag hebt dan is even lekker niks doen ook heerlijk. We verlaten Peru in een paar dagen, ja Peru. Ik loop iets achter want de vorige update was vanuit Argentinië en we hebben inmiddels Brasil en Bolivia al gehad. Oké in vogelvlucht de tocht naar Bolivia.

Puerto Iguazu/Foz de Iguassu: Als je in Argentinië bent moet je minstens de watervallen in Iquazu hebben bezocht. 6 jaar geleden was ik er voor het eerst. Toen had ik alleen tijd voor de Argentijnse kant. Nu gingen Anne en ik beide kanten doen. De watervallen zijn echt prachtig en we waren op precies de juiste tijd. Na enkele dagen dicht te zijn geweest i.v.m. te veel water was het park weer open en konden we genieten van alle immense watervallen. Tijdens de zomermaanden is er minder water en zijn er veel minder watervallen te zien. Na de Argentijnse kant te hebben gedaan inclusief een zeiknatte boottocht tot onder de ‘Falls’ (waar na afloop iedereen Otra-Otra-Otra riep) hebben wij een dag later de Braziliaanse kant aanschouwd. Tsjah, welke kant nou mooier is durf ik niet te zeggen. Ze zijn beiden ontzettend mooi. Toen ‘s avonds een bus gepakt richting Bonito. Bekend om haar kraakheldere rivieren, donkere grotten en tevens de poort naar het Pantanal gebied.

Bonito
Bonito was heel Bonito. Daar een donkere cave-tour gedaan. Bonito is erg toeristisch, waardoor de prijzen voor activiteiten extreem hoog zijn. Dus zelf maar een mountainbike gehuurd en zelf een daytour in elkaar geknutseld.

Pantanal
Vanuit Bonito wij met een busje richting de Pantanal gereden en werden toen gedropt bij de ingang van het Nationaal Park. Toen met een jeep (waar wij bovenop zaten) dieper het park in gereden naar onze ‘lodge’. De Pantanal is volgens de Lonely Planet ‘One of worlds largest wildlife preserves’. Dus gegarandeerd dat je daar verschillende dieren gaat zien. Maar alles draait eigenlijk om de Jaguar. Ga je die zien of niet? Spannend. Bij aankomst konden we gelijk mee piranha’s vissen. Anne wilde eerst niet mee, vond het zielig voor die beestjes. En als vegetariër moest natuurlijk eerst nee zeggen. Of niet Anne ;-)?.. Nee Anne bleek veel talent te hebben. Haalde één voor één Piranha’s en een catfish uit het water. En ik bleef heel lullig op 4 steken. Grrr... nee het was een leuke middag. Toen met de groep onze vangst opgegeten en Anne heeft zowaar een mini-mini stukje Piranha geproefd. Nee, toch niet overstag. Ze blijft vegetariër. De overgebleven vis resten hebben we aan de hongerige kaaimannen gevoerd die gulzig zaten te wachten. Een mooi moment om mijn GoPro uit te testen. Dus een kaaiman zitten plagen die vervolgens mijn mooie camera bijna te pakken had. De hikingtour door de jungle was indrukwekkend. Open velden, bush, bush, palmbomen en weer heel veel dieren. Blauwe en Rode papegaaien, Tucan’s, apen, een buideldier en zo’n gekke struisvogel.

’s Middags paardgereden en gezwommen met kaaimannen op 5 meter afstand. Anne vond het prima om toe te kijken en foto’s te maken;). Ze zijn banger voor jou en als je bij ze in de buurt komt zwemmen ze al gauw weg, maar toch best spannend om naast zo’n beest (bijna dan) in het water te liggen. Tijdens de boottocht de volgende dag weer een hoop dieren gezien, capibara’s, leguanen, apen en veel ijsvogels. Heel gek, eigenlijk worden de apen, kaaimannen en de ijsvogels heel normaal na een paar dagen en ben je dan eigenlijk alleen nog maar op zoek naar de ‘specials’. In dit geval ‘de jaguar’. Onze gids vertelde dat hij in zijn 16 jaar gidsen, 23 keer een jaguar heeft gezien. Dit was altijd tijdens de boottocht. Lichtelijk teleurgesteld kwamen we terug van de boottocht, omdat we alleen z'n footprint hadden mogen bewonderen. ’s Middags gingen we op voor de jeepsafari en tijdens deze tocht had de gids hem nog nooit gezien, dus we verwachten geen jaguar meer. Maar of het toeval bestond of niet, op de terugweg met de jeep naar onze lodge, daar was die... De Jaguar! Hij kruiste net ons pad voor de jeep langs, 5 meter verderop. Wauw wat een mooi beest! Heel gaaf. Onze gids werd helemaal gek! De Jaguar ging te snel voor foto’s maar de kleuren van zijn vacht staan nog op onze netvliezen gebrand. Prachtig beest!

Per trein naar Santa Cruz.
Na de Pantanal op naar Santa Cruz in Bolivia. Eenmaal de grens over een taxi gepakt naar het treinstation om daar een trein te pakken naar Santa Cruz. Van de grens naar het treinstation was werkelijk waar nog geen 2 kilometer. Dus 5 Bolivianos max. Er stond jammer genoeg maar 1 taxi gereed. Die lullo wilde gewoon niet lager dan 20 Bolivianos. Hij had ons te pakken. En met wat extra praatjes dat de ticketoffice zou sluiten om 13.00 uur en we hadden nog maar 15 minuten te gaan. Zou het waar zijn of niet? Toch maar de taxi gepakt. Het was echt super dichtbij. De ticketoffice ging inderdaad dicht. We waren net te laat, maar hij zou 30 min. voor vertrek weer opengaan (dit had de taxista natuurlijk niet gezegd). Terwijl ik nog liep te stieren kreeg Anne het aan de praat met een oude opa die bezorgd was of zij wel genoeg at. Ja ze hebben hier van die rondingen, dus kwam hij later terug met extra eten voor in de trein.

Twee reizigers, dezelfde reis, één verhaal.

Omdat Anne en ik nu lekker samen reizen schrijven we vanaf nu samen ons reisverhaal.

Na verschillende vervoersmiddelen te hebben gehad, is het nu tijd voor avontuur met de trein. De trein in Bolivia. Anne is heel wat gewend met treinreizen elke dag op en neer naar haar werk, maar dit is toch even andere koek. Een treinreis van 17 uur naar Santa Cruz, door de gevarieerde landschappen, maar ook dwars door de sloppenwijken. Bij elk treinstation stapten mensen uit en nieuwe mensen in. Elke keer was het weer even goed opletten of onze ´grande mochilas´ nog binnenboord bleven. Want naast nieuwe reizigers was het een drukte van belang met allerlei kleine en grote verkopers van etenswaren “Choclo Choclooo” (mais), “Pollo pollooo” etc. Een bijzondere reis en een goede vuurdoop wat Bolivia zou gaan brengen. Zo was het getoeter van de trein (ze hebben hier geen spoorbomen, maar de trein toetert er gewoon op los), een voorbode van al het getoeter.

Santa Cruz hadden we liever geskipt, want het is ‘gewoon’ een grote stad en kenmerkte voor ons niet het typische Bolivia. Al waren de Lomas de Arena (grote zandduinen in de middle of nowhere) een rare gewaarwording. Op advies van onze amigo Robbie (Boliviaans en Nederlands) zijn wij van Santa Cruz naar Sucre gevlogen, slechts een half uur vliegen, in plaats van 20 uur met de bus over onverharde wegen. Sucre is een mooie, schone en witte stad. De witte gebouwen en de mooi gekleurde (oude) vrouwtjes met kraampjes fruit, chips, popcorn en jugos de naranja, die vers geperst worden, zorgen voor een idyllisch beeld. Het was even wennen aan de hoogte, want nu probeerden we het nog even zonder ‘dopingpillen’ (Sorochi). We hadden een leuk, cosy hostel met bedden op de grond. Elke kamer in hostel ‘Wasi Masi’ was anders, typisch Boliviaans, aangekleed. Tsjah, en die van ons had dus geen frame voor het bed. Omdat we al om 10 uur ’s ochtends volledig gereed waren om de stad te verkennen (en dus niet 19,5 uur later gaar aankwamen) zijn we de stad gaan verkennen en hebben we een tour geboekt voor de volgende dag. Er schenen daar eeuwenoude Dinasour Footprints te zijn, dus dat wilden we wel even zien. De volgende dag stonden we om 6 uur paraat om een dagtocht te maken door de Maragua krater (een natuurlijk ‘krater’meer) en naar de Dinoprints. Eigenlijk best indrukwekkend als je je voorstelt dat daar jaren geleden mega beesten hebben gelopen. Het is jammer dat de regering geen geld investeert in het verder blootleggen van dit gebied, want dan zou men mogelijk tientallen meer kunnen vinden. Helaas komen we dit geldprobleem en de mogelijkheid tot het ontdekken van meer geweldige ruïnes en andere historische bezienswaardigheden telkens weer tegen op onze reis. En het verdwijnt vaak ook in andere ‘zakken’.

Die avond hebben we met een Zwitsers stel gegeten die al twee dagen een poging deden Potosi te bereiken. Vanwege wegblokkades, wat wel vaker gebeurd, reden de bussen telkens niet. Dit wetende hebben wij maar besloten een dag langer te blijven. Tevens werd ons door de gids aangeraden om een extra dag te blijven om het feest van het jaar (Fiesta de la Virgen de Guadeloupe) mee te pakken. Wanneer het feest is in Bolivia, dan is het ook echt feest. De straten vol met dansende mensen gehuld in typisch Boliviaanse kleren, muziek en eten op elke hoek van de straat. Urenlang dansten meer dan 50 groepen jongeren door de straten met elke hun eigen dans en bijbehorende kostuums. Super leuk om te zien en speciaal om mee te maken. Het is dan moeilijk om zelf ook stil te blijven staan.

De volgende bestemming was Potosi. De hoogste stad ter wereld, welbekend om de zilvermijnen. Met behulp van onze ‘dopingpillen’ gelukkig geen last van deze hoogte gehad. Op Nic’s bezoek aan de zilvermijn na (waar Anne met geen goud in wilde), was er in Potosi weinig te beleven. Nic vond het erg indrukwekkend. Het is triest om te weten dat Potosi over 20 jaar waarschijnlijk een spookstad is. Binnen nu en 20 jaar zullen de mijnen gesloten worden in verband met instortingsgevaar en zullen de mijnwerkers en hun families hun heil zoeken in mijnen kilometers verderop. Dat het gevaarlijk werk is blijkt wel uit het aantal sterfgevallen en de maximale leeftijd van 45 jaar die de mannen door zwarte longen maar bereiken. Zelfs toeristisch bezoek is niet zonder gevaar. Gewapend met een hoofdlamp en een mijnwerkersoutfit ging Nic 2 uur de mijnen in voor een tour langs vier verschillende niveau’s. Als je last van claustrofobie of astma hebt, is dit absoluut geen aanrader. Maar wel heel gaaf om gezien te hebben. Na 2 uur was Nic helemaal gesloopt, zonder zelfs maar gereedschap opgetild te hebben. Moet je nagaan dat sommigen meer dan 12 uur onder de grond hard aan het werk zijn, om hun gezinnen te onderhouden. Door te offeren waakt Pachamama over de mannen en worden nieuwe mineraalbronnen ontdekt.

Na de mijnen hadden we Potosi wel gezien, tijd voor Uyuni en de zoutvlaktes. Na een op z’n latino’s geregelde bus (op ’t aller aller allerlaatste nippertje en een voor de verandering niet stressende Anne, njah, een beetje dan), reden we door geweldige hooglanden (en beste afgronden) naar Uyuni. Uyuni.... Tsjah, eerst hadden we niet door dat dit de plek was waar de bus ons zou droppen. Even daarvoor hadden we net geroepen ‘wat een spookstad’, maar dus wel, dit was het eindpunt van de bus. Door de stofwolken heen (want het waaide hier hard en het zout en zand vlogen je om de oren), vonden we ons hostel voor een nacht. Heel basic, met krakende vloeren, piepende ramen en koud, ja koud water, op een plek waar het dragen van een sjaal en een muts een must zijn. Samen hebben we alle touragencies afgestruind en onze beste afdingmoves geshowd. Einde van de dag was het geregeld, 3 dagen, 2 nachten Salar de Uyuniiiiii :-).

Wij hadden er zin in en stonden al 10.30 uur (en punto, dus veel te vroeg), bepakt en bezakt klaar. Bleek onze tour ineens niet door te gaan... Hadden we dan toch teveel afgedingd en was ze boos? Gelukkig niet. De drie anderen in onze groep hadden zich wegens ziekte afgemeld en auto’s reden pas met minimaal 4 inzittenden. Lekker was dat. We wilden namelijk per se die dag op pad, want no way een extra dag in Uyuni. Gelukkig regelde zij dat we met een nieuwe groep meekonden en een uur later waren we op pad. We hadden een leuke groep, 2 Engelsen en 2 Chilenos. Wel wat op leeftijd;-). Zoals alle tours zijn opgebouwd, gingen we eerst langs de Traincemetary, waar we al konden zien dat we niet de enige toeristen waren. Vervolgens door voor het ‘echte werk’, de zoutvlaktes op. Heel indrukwekkend en een rare gewaarwording. En natuurlijk gingen ook wij aan de slag om wat gekke foto’s, met de oneindige zoutvlaktes, te maken. Helaas waren onze groepsgenoten niet bijster goed in het maken van foto’s, wat erin resulteerde dat de foto’s die wij van hen maakten geweldig waren, maar wij andersom helaas niet de meest strakke pictures hadden. Achjah, het zijn maar foto’s, we zijn er in ieder geval geweest en dat was een grandioze ervaring. Na het bezoek aan ‘Isla del pescado’, een stukje desert bezaaid met cactussen in de middle of nowhere van de salt flats, gingen we door naar voor ons nog een highlight - ‘no light’. Ons hostel voor nacht 1, gebouwd uit zout. Heel cool. Letterlijk. Je zit al redelijk op hoogte (4200M) en als de wind oplaait en door alle kieren fluit, wenstte je dat je goed had onderhandelt voor een extra slaapzak. Wij gelukkig wel. Al vond Anne hem ontzettend stinken naar alle vorige backpackers die erin hadden gelegen. Op zulke momenten zijn we zo blij met de lakenzak van mams!

De tweede dag was ‘flamingodag’. Waar we bij het eerste meertje met 10 klungelige flamigo’s, onze camera halfvol schoten, kwamen we bij de volgende nog 100’en tegen. De allerlaatste dag was het: “Yeeh, alweer flamingo’s”. Op weg naar de ‘stenenboom’, een steenformatie die alleen Obelix zo had neer kunnen zetten, kreeg onze 4x4 een lekke band. Een mooie opgave om deze midden in de stormachtige desert te verwisselen, maar lekker niet ons probleem , als de gids geen hulp wilde aannemen;-). Ook het 2e hostel was voor ons weer een ware happening. De eerste was al wat basic, maar deze sloeg echt alles. Met -10 graden (oké -5 dan) en een stevige wind hoop je op wat warms, maar nee hoor, hier was geen stroom en geen warm water. Alleen onze dikke slaapzakken waar we met muts en handschoenen aan in wegkropen. Na 2 dagen niet douchen, waren de warm waterbronnen de volgende dag echt een kadootje. Daarna nog de geisers op 5000m hoog bezocht en toen via verschillende gekleurde meren, onze Chileense vrienden afgezet bij de grens naar Chili. Daarna weer vol gas door de verschillende mooie landschappen terug naar Uyuni. Door de hooglanden met Vicuna’s (soort Lamas’’s), omgeven door vulkanen, kon onze ‘Schumacher’ helemaal los en waren wij op tijd om de bus te pakken richting Cochabamba.

Waar de meeste toeristen direct doorreden naar La Paz, stapten wij om 03.00 uit in Ururo, om om 05.00 de bus te nemen naar Cochabamba. Geboortestad van onze maat Robbie. Tsjah, als we dan toch in Bolivia zijn, moesten we daar even langs. Het is echt iets Zuid Amerikaans, ondanks dat zij ons niet kende, konden we een paar dagen bij het nichtje van Robbie verblijven. Fijn om te merken dat Latino’s zo gastvrij zijn. In Cochabamba natuurlijk het oude huis van Robbie, de witches market en het op één na grootste Christobeeld ter wereld bezocht. De markt van Cochabamba is een heerlijke chaos, echter wel opgedeeld in sectoren waarbij je bijvoorbeeld alleen maar schoenen of keukengerei kan kopen. De witches market is daar onderdeel van met allerlei rare vodooshit, kruiden, geluksschotels die je in de fik moet steken en lamafoetussen en poten van voor ons onbekende beesten. Waar die laatste twee voor dienen blijft ons een raadsel. Na twee dagen rustig aan doen en het jazzfestival te hebben bezocht, namen wij heel relaxed het vliegtuig (weer 30 min. i.p.v. 14 uur met de bus;-)). Op La Paz vliegen is een prachtig gezicht. Vlak langs de hoge bergen én de Huayna Potosi (6088m), die Nic wilde gaan beklimmen, land je op ’s werelds hoogste internationale luchthaven van de wereld. Weer een ’s werelds ‘iets’, wat we van ons lijstje kunnen afstrepen. De volgende betrof de ‘death road’. ’s Werelds gevaarlijkste weg langs steile afgronden waar nog steeds mensen in verdwijnen (3 dagen na ons bezoek, was het helaas weer raak met een toeristenbusje). Sommige dingen zijn te uitdagend en moet je doen. Zo ook wij, maar dan wij met de fiets... In fog and rain naar beneden gezoefd, Hollanders kunnen fietsen!
Iets anders wat in La Paz op de planning stond, was voor Nic het beklimmen van de Huayna Potosi. Een 6088 meter hoge killerberg, waarbij je het laatste stuk moest ijsklimmen. De zoektocht naar deze tour was een piece of cake. Omdat Anne niet mee wilde op deze ijzige toch en om toch 3 dagen onder de pannen te zijn, moesten we op zoek naar de ‘El Choro trek’. Van de kou op 4800 meter naar de warmte van de jungle op +/- 1000 meter. Het was een beetje stressen, want terwijl Nic’s tour al was geboekt, was het tot 5 minuten voor sluitingstijd voor Anne niet zeker of ze ook op pad kon.

El Choro trek
Nic had natuurlijk al best wat ervaring met het doen van tours in z’n uppie, maar voor mij was dit de vuurdoop. Best even spannend als je dan zit te wachten in het hostel voordat ze je op komen pikken en het minsten 45 min. langer duurt dan gepland. Na 1½ uur vertraging konden we eindelijk starten. Gelukkig had ik een leuke groep en viel het me 100% mee alleen op pad te zijn. De groep bestond uit 2 Duitse meiden, en Israëlische meid en 2 Engelsen. De eerste dag startten we op 4800 meter hoogte (met sneeuw), om via eeuwenoude paden en met weidse uitzichten af te dalen, door mist en regen naar 2300 meter. Op deze plek was ons eerste kampement en ik was blij om mijn voeten te kunnen laten rusten terwijl onze gidsen de tenten opzetten. Je denkt dat afdalen een makkie is, nou ik was blij toen ik dag 2 ook even kon klimmen. Met voldoende blarenpleisters om m’n tenen, ben ik de tweede dag doorgekomen. Het mooie van deze trek is het verschil dat je ziet in het landschap, van bergen met sneeuw, naar steeds meer de jungle. Dat werd deze tweede dag maar al te goed zichtbaar. Midden in de jungle was ons kampement voor de volgende nacht. De volgende morgen bij het ontbijt waren de gidsen wat uit hun doen. ’s Nachts was er een poema geweest (ook ik had wat gehoord, maar dacht er een mens langs onze tent liep) en deze had alle kippen opgegeten. Een beetje op hun hoede zetten we de derde dag ons laatste stuk afdaling in. Onderweg werd het bezoek van de poema nog eens benadrukt door een ezel die de klauwen van de poema in z’n kont had zitten.. Na de laatste afdaling was ik al te blij dat we de bus in konden, weer op naar La Paz, naar Nic, in spanning afwachtend op zijn verhalen. Zou die het gehaald hebben?

Huaynapotosi
Voor deze keer ieder even zijn eigen kant op. Best een beetje spannend. Niet om alleen op pad te gaan, maar om Anne alleen te laten. Ze keek nou niet of dat ze er zin in had. Zou zij het naar haar zin krijgen? Nee ik wist het wel, het was voor haar ook een beetje spannend en Niccie ging alleen een gevaarlijke tocht doen. Zoals bij elke andere tour, haalt de bus je bij je hotel op en is het een verassing om te zien wie er allemaal al inzitten. Mijn groep bestond uit 2 Britse meiden en een Zuid Afrikaans stel. Met z’n alle zouden wij een poging doen om the Summit (de top) te bereiken. We reden eerst langs het depot om al het klimgerei op te halen. Toen door naar Base camp. Die dag zouden we alleen leren ijsklimmen op het einde van de gletsjer. Toch nog een uur heen lopen en weer terug. Plus je zit op redelijk hoogte (4700m), dus best nog wel vermoeiend. Het ijsklimmen was super leuk. Met de spikes en een pikhouweel kun je net als spiderman recht omhoog klimmen, dus beter dat je wel aangelijnd naar boven gaat. De volgende dag mochten wij lekker lang uitslapen. Noodzakelijk want we zouden met al onze spullen (zeker 20 kg) klimmen naar 5300 meter. Een kleine 4 uur klimmen waarbij de gidsen alvast je conditie konden checken. Wat ze allemaal zeggen. Het is niet je conditie die bepaald of je de top haalt. Het zijn je doorzettingsvermogen en de hoogte. Topconditie of niet. Als de hoogte je te pakken krijgt (een kop die uit elkaar knalt, overgeven, diarree of zelfs de dood), wordt het gevaarlijk. Dus... Eerst nog acclimatiseren in een klein metalen expeditiehutje waar je vanuit de WC met open deur prachtig uitzicht had. We kwamen daar om 16.00 uur aan. Snel het avondeten naar binnengewerkt en elkaar alvast wat moet ingepraat. Om eerlijk te zijn. Ik was best wel zenuwachtig. Je probeert de horror verhalen even te vergeten en je te focussen om je eigen kunnen.

Het was 18.00 uur. Iedereen had hoofdpijn en weinig tot geen eetlust. De zon was gaan liggen en het begon snel koud te worden. We zouden om 01.00 ‘s nacht vertrekken, dus tijd om nog even wat rust te pakken. Maar door nu al teveel adrenaline en door de kou en hoofdpijn, had niemand een oog dicht gedaan. Om 0.00 was het zover. Warme kleren aan, klimspul aan en met bibberende handjes wat bevroren broodjes naar binnen gewerkt. We waren er allemaal klaar voor. Het enige wat we bij ons hadden was water, energierepen en chocolade. Je klom in tweetallen. Het Zuid-Afrikaans stel ging natuurlijk samen en Melanie en ik besloten samen te gaan. Wijn waren duidelijk de langzaamste en zouden zo niemand in de weg lopen. De andere Britse (Stephanie) was een haas dus die ging alleen. Hoofdlampjes aan, touwen nog een keer checken en ready to go.

We liepen stap voor stap. De gids voorop, Melanie daarachter en dan ik. We hadden geleerd, pikhouweel aan de kant van de berg. De ander kant is dal en daar wil je niet naar leunen. Het tempo was goed. Het lampje van Stephanie zagen we al een stuk hoger op de berg en het Zuid-Afrikaanse stel was content met ons tempo en bleef net achter ons. Je zag niks (alleen de sterren dan) en hoorde alleen het knisperen van de sneeuw bij elke stap. En toen begon het. Ik hoorde Mel al wat meer hijgen maar ook ik begon meer te happen naar zuurstof. De gidsen hadden gezegd. We stoppen elk uur voor een kleine pauze. 2 tot 5 min. Niet langer anders koel je te veel af. Men!! Het is 5 uur lopen. Ik moest pauze houden. Even weer op adem komen en weer gaan. We waren om 5600 meter, toen we de eerste keer onze pikhouweel moesten gebruiken. Een kleine klim van ik denk 20 meter maar ik ging stuk. Ik was bang echt bang dat Mel zou uitglijden en met haar spikes op mijn hoofd zou vallen. Ik was moe, echt moe. Moe van weinig slapen en de klim naar Base camp 2 maar ook moe van het stuk wat we net gelopen hadden. Ik betrapte mij erop dat ik zelfs met ogen dicht aan het lopen was. De zoveelste pauze hadden we gehad. Mel begon te twijfelen of ze het wel zou redden. Stephanie hadden we ingelopen en ook zij twijfelde. Dus wisselden we van gids en ging ik alleen verder. Alles deed pijn en er was zo weinig zuurstof. Klim nummer 2, de laatste ijsklim voor het eindstuk naar de Summit. Op 5950 besloten Mel en Stephanie naar beneden te gaan. Ze konden niet meer. De Zuid-Afrikanen waren ook echte doorzetters , dus die wilde nog een stukje proberen. Ook ik zat er doorheen. Nog geen last van de hoogte, dus was nu alleen maar doorzetten. Toen weer een klim. Dat vergt zoveel energie. Daarna was het alleen nog maar de bekende richel en je bent er. De gids heeft me werkelijk naar boven getrokken. En daar lag ik, boven op de Huayna Potosi!!! Gehaald. Je zou moeten kunnen genieten maar ik kon wel huilen. Geen adem, pijn overal, super koud. Er was niks leuks aan. Na 5 minuten daar gelegen te hebben vroeg de gids: ‘moet je geen foto’s maken’? Bovenop de top zag ik La Paz ontwaken en de zon opkomen. Het was 6 uur ’s ochtends.

De Zuid-Afrikanen stranden met het eindpunt inzicht. Zij durfde niet meer over de richel. Te vermoeid en knikkende benen. Zijn hoofd stond op ontploffen en zijn maag zat hoog. Van de drie groepen die naar boven gingen zijn er vier mensen boven geweest. Ik weet niet hoe maar Takkie was er. Voor even een ultieme atleet.

We hebben beiden een ‘leuke’, bijzondere tocht gehad en waren blij weer terug te zijn in het hostel. Anne was vooral heel blij dat Nic heelhuids was teruggekomen. Toen zij aankwam in het hostel lag die al languit op bed. Na een lange nacht namen we de volgende ochtend de bus naar Copacabana, een hippiestadje aan de rand van het Titicameer, met boten naar Isla del Sol. Na een haastige start met het kopen van kaartjes voor de boot en wat te eten, zaten we 15 min. na aankomst op de boot. Op Isla del Sol hebben we een nachtje verbleven en wat rondgewandeld over incapaden naar ruïnes, met mooie uitzichten op zee. We maken niet veel foutjes, maar hier namen wij (lees: Nic) een verkeerde beslissing. Na beide de tochten van La Paz nog in de benen te hebben, is Isla del Sol een beste uitdaging. Na de zonsondergang te hebben bekeken, waar tevens alle restaurants zitten die ’s avonds open zijn, dachten we dat we dichter bij ons hostel ook wel een hapje konden eten. Na een half uur de berg te zijn afgedaald, was alles dicht. En we hadden trek, dus zat er niks anders op dan elkaar vergeven voor deze domme beslissing en weer 45 minuten die stomme berg op te lopen.

De volgende dag namen we de bus de grens van Peru over, op naar Puno. Onze eerste stop in het mooie Peru. Robbie had voor ons geregeld dat we een nachtje bij vrienden konden overnachten, waar we EINDELIJK weer eens pindakaas hebben gegeten. Zoals jullie merken missen we Nederland soms een klein beetje ;-). Bolivia is echt voor iedereen een aanrader. Wat ons echt is bijgebleven is het getoeter om alles door taxichauffeurs, ze doen van alles in de auto behalve op de weg letten, zelfs op een hoogte van 5000m, met diepe afgronden, scheuren ze alsof ze Schumacher zijn en klagen ze over de nepheid van briefjes geld als ze geen wisselgeld hebben. De mooie, pure gezichten van kinderen, oude vrouwtjes met gekleurde rokken en doeken, waarin van alles (van dode lama’s, tot kinderen) in wordt meegezeuld. En tot slot, ze zijn tranquilo de mensen hier, rennen nooit, alleen zoals Anne zei: “Ze rennen alleen als ze wat hebben gedaan”.

Tot zover onze story van Bolivia. We zitten inmiddels in Iquitos (Peru) en vliegen 5 november naar Quito (Ecuador). Hopelijk hebben we deze keer wat sneller een verhaal paraat!

¡Hasta Pronto!

Besos,

Nicolás y Aná

  • 06 November 2013 - 14:32

    Hans Van Haaren:

    Dag Anne en Nic,

    Nieuwsgierig geworden naar jullie ervaringen bene ik via collega Sandra op dit medium gekomen en lees ik vol verwondering jullie reisverslag. Wat een geweldig verhaal en wat maken jullie veel mee samen!
    Dit moet wel de reis van je leven zijn en als ik jullie was zou ik dat ook zo beleven. Bijna jaloersmakend maar het is jullie van harte gegund hoor. We blijven jullie volgen. Nog veel mooie ervaringen toegewenst.

    Hartelijke groetjes, Hans

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Bolivia, La Paz

Back to my roots trip door Zuid-Amerika

Hoi vrienden, vriendinnen, familie, collega’s, bekenden en degenen die geen Facebook hebben,

22 april 2013 staat al een tijdje dik aangestreept in mijn agenda. Dan vertrek ik voor 9 maanden naar Zuid Amerika voor een rondreis en vrijwilligerswerk. Ik vlieg op Lima (Peru) om vervolgens door te vliegen naar Iquitos. Iquitos is de grootste stad ter wereld die niet over de weg bereikbaar is en licht in midden van het tropische regenwoud van Peru. Ik ga hier starten met 1,5 maand vrijwilligerswerk en met het leren van Spaans. Vervolgens reis ik via Ecuador en Brazilië naar het noorden van Argentinië. In Posadas (Arg) ga ik weer een maand vrijwilligerswerk verrichten om in te tussentijd mijn vriendin op te halen in Buenos Aires. Samen met haar maak ik mijn werk af en reizen wij door naar Bolivia, Peru en Ecuador. Dan richting Chili, door Patagonië terug naar Buenos Aires. Dit is zo ongeveer mijn route. Het zegt misschien nog niet zo veel dus houd mijn blog in de gaten voor een specifiekere invulling. Over het tijdsbestek per land heb ik nog niet nagedacht, laat staan welk vervoersmiddel ik neem etc. Dit laat ik lekker op zijn beloop, er vanuit gaande dat mijn motto mij niet in de steek laat: ‘Alles komt goed’.

De komende maanden houd ik deze blog bij om jullie op de hoogte te stellen wat ik meemaak, mijn bevindingen, bezigheden, foto’s en fllmpjes. Niet dat ik jullie jaloers wil maken maar gewoon omdat ik mijn reis met jullie wil delen.

¡Saludos!

Nic

Recente Reisverslagen:

25 Januari 2014

Travel, the only thing you buy that makes you rich

24 December 2013

From the equator to the southernmost city on earth

11 December 2013

Plekjes op aarde waar dieren nog de baas zijn

30 November 2013

Een bijzondere maand Peru

05 November 2013

Bolivia, we can’t forget you!
Nicolas (Nic)

Hallo en welkom op mijn reisblog. Op deze website staan verslagen van de reizen die ik heb gemaakt, of die ik nog aan het maken ben! Neem gerust een kijkje en laat een berichtje achter als je dat leuk vindt! Saludos Nic

Actief sinds 13 Jan. 2013
Verslag gelezen: 582
Totaal aantal bezoekers 15939

Voorgaande reizen:

22 April 2013 - 07 Januari 2013

Back to my roots trip door Zuid-Amerika

Landen bezocht: